Home

RENSKE HELMER – ENGLEBERT vertelt over leren in de praktijk, kansen en haar drijfveren

Renske Helmer – Englebert is burgemeester van gemeente Wijchen. Wij gingen met haar in gesprek over haar loopbaan, over kansen en over leren in de praktijk. Ze vertelde ons openhartig over de periodes waarin het tegenzat en wat ze deed om de draad weer op te pakken. Nu is ze burgemeester, maar als klein meisje droomde ze ervan om verpleegster te worden, het liefst in een oorlogsgebied en dan op de motor naar de plekken waar ze het hardst nodig was. Ze koos uiteindelijk voor de politiek. Ze deed een sprong in de diepte en bleef vastberaden en veerkrachtig, ook als het moeilijk werd. Door haar verhaal te delen hopen wij werkgevers, professionals en werkzoekenden te inspireren.

Leren in de praktijk

Op haar vijfde besloot Renske dat ze verpleegkundige wilde worden. En dat werd ze, al ging het niet vanzelf. Op de middelbare school was ze een actieve leerling die meepraatte in de leerlingenraad. Ze begon op het gymnasium, maar kon haar draai niet vinden. Op haar twintigste sloot ze de middelbare school af met een havo-diploma en begon aan de verpleegkundeopleiding, HBO-V. Ook hier praatte ze mee, deze keer in de studentenraad en ook hier worstelde ze. Nadat ze een poos als kinderoppas had gewerkt, besloot ze om deze studie in duale vorm1 af te ronden. “Ik kwam erachter dat de combi werken en leren veel meer iets voor mij is. Ik leer op de werkvloer, dus ik ging werken en studeren.”

“Toen ik mijn diploma had, ging ik als uitzendkracht werken. Ik wilde op verschillende plekken werkervaring opdoen. In deze periode las ik in een vakblad voor verpleegkundigen2 een oproep aan de lezers met de vraag wat zij zouden doen als ze minister van Volksgezondheid zouden zijn. Op de een of andere manier kreeg ik een brainwave en begon ik te schrijven. Het werd een stuk over de belevingswereld van patiënten, over hoe de verpleegzorg toen geregeld was en hoe het volgens mij zou moeten zijn. Tot mijn verrassing werd mijn verhaal uitkozen en mocht ik, met nog een aantal inzenders, een speech houden tijdens een groot driedaags congres. Toen stond ik ineens voor een volle zaal met verpleegkundigen, Kamerleden én de minister! De beroepsorganisatie die de oproep had geplaatst3 vroeg na dit congres of ik voor hen actief wilde worden. Daar heb ik ‘ja’ op gezegd. Dit deed ik naast mijn vaste baan als verpleegkundige in een ziekenhuis, op een afdeling Kinderoncologie.”

Carrièreswitch

Vier en een half jaar later stapte Renske over naar de landelijke politiek in Den Haag. Ze werd medewerker van SP-Kamerlid Agnes Kant4. Tijdens het congres waar Renske over haar visie op volksgezondheid speechte, gaf Agnes Kant ook een toespraak. Renske werd toen diep geraakt door het verhaal dat Agnes Kant vertelde en was heel gemotiveerd voor deze functie. Ze benadrukt hoe bijzonder ze het vindt dat ze werd aangenomen. Voor de ondersteuning van een Kamerlid hebben veel medewerkers een universitaire studie bestuurskunde of politicologie afgerond, terwijl zij zelf uit de praktijk kwam en alleen bij de beroepsorganisatie bestuurlijke werkervaring had opgedaan. “De SP had wel eisen, maar de vacature bood mij ook ruimte om te durven schrijven. De tekst was zo opgesteld dat ik dacht: volgens mij zoeken ze iemand van de werkvloer. Ik ga het gewoon doen en ik zie wel!” Dus ze solliciteerde en werd aangenomen.

“Dat was een hele ommezwaai. Toen ik in Den Haag begon, had ik nog de ambitie om één dag in de week als verpleegkundige te blijven werken. Maar ik kan je vertellen: dat werkt niet hoor! Den Haag is écht een way of life.” Met Agnes Kant als opdrachtgever had Renske een uitgebreid takenpakket. In de leerzame tijd die volgde maakte ze zich het werk eigen en Agnes Kant heeft er ook veel energie in gestoken. “Je krijgt dan continue feedback op je werk. Daar moet je wel tegen kunnen. Ik vond het niet erg en dat heeft mij heel veel groei opgeleverd.”

Meedenkende omgeving

Renske werkte zeven jaar voor Agnes Kant toen ze vermoeidheidsklachten kreeg. Uit een loopbaanonderzoek bleek dat ze helemaal op haar plek zat, maar toch kon ze niet meer bieden wat nodig was. Een bittere pil, want Renske was gedreven en nu ging het gewoon niet meer. Na overleg met de SP probeerde ze het werk parttime te doen. “Dat was wel bijzonder, want ik was de eerste parttimer in deze functie.” Maar al snel werd duidelijk waarom er bij ons in de fractie geen parttimers werkten: daar is de landelijke politiek niet op ingericht. “Dat gaat door. Dat kun je niet opsplitsen of uitzetten.” Daarom nam ze alsnog afscheid van ‘Den Haag’ en ging ze parttime aan de slag bij Zorgbelang Inclusief. Minder uren en minder reistijd, maar de vermoeidheid bleef. Tenslotte, kort na haar eerste tijdelijke contractverlenging, bleken de vermoeidheidsklachten het gevolg te zijn van schildklierkanker.

Voor Renske vielen de puzzelstukjes op hun plek, maar haar werkgever had ineens een nieuwe medewerker die langdurig de Ziektewet in ging. Ze kreeg een behandeling en onderging een maandenlange revalidatie, maar de vermoeidheid bleef. “Gelukkig had ik een endocrinoloog die verder keek dan haar eigen specialisme. Zij wees me op een traject waardoor ik mijn klachten psychologisch kon aanpakken, nadat ik fysiek uitbehandeld was. Dat heeft mij heel veel opgeleverd. In mijn omgeving konden mensen moeilijk begrijpen dat ik een fysiek probleem cognitief wilde oplossen. Maar ik dacht: ik wil straks in de spiegel kijken en kunnen zeggen dat ik er álles aan heb gedaan om uit die chronische vermoeidheid te komen.”

Nadat haar tijdelijke contract was afgelopen, was ze op het UWV aangewezen. De arbeidsspecialist hier had vertrouwen in haar motivatie en daadkracht en gaf haar de ruimte om dit traject te volgen. “Als ik toen geen meedenkende specialisten had gehad, dan had ik er nu misschien heel anders voorgestaan.” Renske begon een cognitieve therapie met een strikt dagritme om de chronische vermoeidheid te leren beheersen. Steeds opnieuw moest ze dit ritme verstoren. Ze koos ervoor om haar re-integratie onderdeel van de therapie te maken en ging, volgens het opgelegde ritme, vrijwilligerswerk doen. Hiervoor kon ze bij Zorgbelang Inclusief, haar laatste werkgever terecht. Toen ze, na de therapie weer aan het werk kon, boden ze haar een nieuw contract aan. “Daar ben ik ze eeuwig dankbaar voor. Dat vond ik héél bijzonder, maar zij zeiden: ja, jij hebt het weer opgepakt, daarom hebben we er vertrouwen in.”

Uitdagingen

Daarna volgde een periode met veel veranderingen en variatie waarin Renske zichzelf steeds weer opnieuw uitvond; in nieuwe rollen en met andere onderwerpen, in wisselende bestuursculturen en soms ook buiten haar comfortzone.

Na haar vertrek uit Den Haag, is Renske wel verbonden gebleven aan de SP. Zo werd ze raadslid in de gemeente Nijmegen, waar al na 2 jaar de vraag kwam of ze wethouder wilde worden. Dit sloeg ze af. Ze had immers weer grip op haar leven en wilde zichzelf niet overvragen. Maar het zaadje was geplant. Dat werd duidelijk toen de beoogde wethouder zich vlak voor de beëdiging terugtrok en Renske opnieuw gevraagd werd: “Ja, en toen ben ik het gaan doen!” Om te voorkomen dat ze zou terugvallen, gaf ze duidelijke voorwaarden aan. De SP wil graag dat wethouders zichtbaar actief zijn voor de partij en bijvoorbeeld meedoen met acties. Dat wilde ze niet, en de SP ging daarmee akkoord. Nu kreeg ze voor het eerst te maken met onderwerpen buiten de zorg. Haar portefeuille bestond namelijk uit wijken, openbare ruimte, maatschappelijk vastgoed, onderwijs en sport. Ze was vaak op locatie, werkte in de weekenden en had veel contact met bewoners. “Ja, en uiteindelijk kwam ik erachter dat ik het onregelmatige leven gewoon aankon! Het ging allemaal vanzelf. Het was voor mij écht vliegen!”

Vervolgens kwam de vraag of Renske lijsttrekker wilde worden. Ze was niet meteen enthousiast. “Dat is een rol die ik lastiger vind, maar ik heb het wel gedaan.” Na de verkiezingen kwam de SP weer in het college en kon Renske door als wethouder. Ze kreeg een portefeuille met werk, inkomen, armoedebestrijding, ICT en facilitair. “Dat was een hele andere dynamiek, veel meer op bestuurlijk niveau en toen ik gewend was, vlóóg ik weer!”

“Tot ik in 2019 naar mijn eerste bevolkingsonderzoek was geweest en bleek dat ik borstkanker had. Ik was verbijsterd. Uit een preventief onderzoek, een jaar daarvoor, was nog gebleken dat ik het gen niet had. Ik heb ook helemaal niets gemerkt, zoals bij de schildklierkanker. Ik kwam in een enorme rollercoaster; de diagnose werd steeds zwaarder en de amputatie gaf complicaties. En toch, op een gegeven moment heb ik gezegd: in maart wil ik terug zijn als wethouder. Dat gebeurde ook. Maar toen merkte ik dat ik te dealen had met een nieuw spiegelbeeld.” Het vertrouwen in haar eigen lichaam was ernstig op de proef gesteld. Opnieuw moest ze aanvaarden ze niet meer kon leveren wat zij nodig vond. Haar besluit om het wethouderschap neer te leggen was onvermijdelijk. “Ik had mezelf te herwinnen en kon niet meer de aandacht aan de stad geven. Als wethouder moet je er gewoon staan, voor 120%.”

Loopbaanonderzoek

Om in de nieuwe situatie ritme te houden, ging ze bij een manege paardenstallen uitmesten en zadels poetsen. “Echt heerlijk, gewoon even fysiek bezig zijn.” Daarnaast hield ze ruimte om zichzelf te hervinden. Want wat nu dan, en straks? Ze wilde graag het onderwijs in, bestuurder worden en zocht meteen een loopbaancoach die meedacht over haar cv. Wat later deed ze een ontwikkelassessment en voerde vooral veel gesprekken. En de uitkomst? Burgemeester!

“Voor de maatschappij lijkt de stap van wethouder naar burgemeester logisch, maar in de praktijk is het een heel andere rol, met een andere dynamiek. Als burgemeester ben je nog meer een publiek figuur dan als wethouder. Het is een vrij vak en je gaat pas in opleiding als je het bent. Dat is ook wel bijzonder.” Ze oriënteerde5 zich op de mogelijkheden, schreef een brief naar de kabinetschef van de provincie met de vraag ‘hoe het burgemeesterschap nou precies werkt’ en ging met hem in gesprek. Haar enthousiasme was geprikkeld, dus ging ze ook een masterclass doen, een stage volgen en als waarnemend burgemeester in Voorst aan de slag. Daarna wist ze het écht zeker: ze wilde burgemeester worden. Ze maakte een lijstje met gemeenten waar ze graag zou willen werken en waar haar gezin ook zou willen wonen, want als burgemeester moet je in je eigen gemeente wonen. Wijchen stond op één. Daarom wachtte Renske tot deze positie vrijkwam. Ze was één van de 27 kandidaten die solliciteerden bij de Commissaris van de Koning en de afloop is bekend: op 18 november 2022 werd Renske geïnstalleerd als burgemeester van gemeente Wijchen.

Reflecteren

Over haar blijmoedige karakter en kracht zegt ze dat het misschien wel in de genen zit. “Mijn oma had ook een enorme kracht. Zij zag overal de zon. En in de verpleging heb ik natuurlijk ook veel geleerd. Daar heb ik ooit iemand verpleegd die verlamt was en alleen nog maar kon praten, maar hij hield van filosoferen. Daaruit haalde hij al zijn kwaliteit van leven. Dat vind ik zó.. Ja, dat vind ik heel inspirerend.”

Renske bleef altijd trouw aan haar drijfveren. “Ik hou van de samenleving, ik hou van mensen, en dat komt nu allemaal samen. Dat is ook de essentie van het verpleegkundig vak. Het is allebei een heel relationeel vak, waarin je een hele samenleving met al zijn kleur leert kennen. Dat komt allemaal naar je toe. Nu mag ik dat helemaal absorberen en van daaruit, dingen doen en besluiten nemen. Hoe mooi is dat?!”

De politieke loopbaan van Renske ontvouwde zich zonder dat ze de gangbare diploma’s had. Ze kreeg kansen: “Ik heb geen cv vol opleidingen, cursussen en trainingen. Dankzij de bevlogenheid van Agnes Kant heb ik veel geleerd en mijzelf kunnen ontwikkelen. Daarna leerde ik heel veel door op die werkvloer te zijn. Ik liet werkgevers iets zien van mij en zij zeiden, dát is essentieel voor dit vak en de rest leren wij jou. Ik had werkgevers die keken naar mijn capaciteit en mij de ruimte gaven om te leren.”

Terugkijkend op haar loopbaan vertelt ze: “Op een gegeven moment besloot ik: ik wil het gewoon anders. En als ik het anders wil, dan moet ík veranderen, niet de buitenwereld. Ik moet ergens in mezelf iets veranderen of oppakken en gaan reflecteren. Daarna verandert de wereld, of een deel daarvan om jou heen met je mee. Mijn voordeel is denk ik wel geweest, dat ik het burgemeesterschap nooit als ambitie heb gehad. Ik ben nooit tegen mijn eigen ambitie aangelopen. Heel lang heb ik nog gedacht: oh, maar dan ga ik weer de verpleging in! Het belangrijkste dat ik in mijn hele carrière heb gedaan, is dat ik bij mezelf ben gebleven. Ik ben heel erg gebleven bij wie ik ben, en waar ik op dat moment sta in het leven.”

Noten

  1. Duaal studeren is een vorm van werken en leren. Wat je leert breng je meteen in praktijk. Voor je werk wordt je betaald en voor de tijd dat je studeert kun je studiefinanciering aanvragen. Wil je meer weten over duaal studeren? Kijk dan eens deze startpagina: Alle duaalopleidingen van Nederland. Kies de duaalopleiding die bij je past.
  2. Voor verpleegkundigen bestaan verschillende vakbladen. Het vakblad waarin Renske de oproep las was Nursing: Home - Nursing.nl | Nursing voor verpleegkundigen
  3. Voor verpleegkundigen bestaan verschillende beroepsorganisaties. De organisatie die de oproep plaatste en waarvoor Renske zich ging inzetten was NU91 : Dé beroepsorganisatie voor zorgprofessionals | NU'91 (nu91.nl)
  4. Agnes Kant was van 1998 tot 2010 lid van de Tweede Kamer voor de Socialistische Partij.
  5. Het Nederlands Genootschap van Burgemeesters heeft een website waarop je van alles kan vinden over het dit ambt. Hier staat ook uitgelegd hoe je burgemeester wordt: Burgemeester worden | Het Nederlands Genootschap van Burgemeesters

Het Mobiliteitsteam is er voor íedereen. Dus ook voor jou! Heb je bijvoorbeeld een vraag, wil je nieuwe inzichten of ander advies op het gebied van werk? Wij helpen graag mee aan jouw toekomst, kosteloos en zonder dat je ergens aan vastzit!

Bel ons op 024 - 200 1224 of vul het contactformulier in via de blauwe contactbutton!

Contact opnemen